Kennisartikel: Van wie is de kunst? deel 1

Mensen hebben verschillende uitgangspunten en vinden andere zaken logisch of eerlijk. We hebben daarom het recht om daar een gulden middenweg in te vinden. Maar dat recht laat ook ruimte om regels door middel van contracten zelf in te vullen. Op de vraag: van wie is de kunst, kan Charlotte Meindersma, jurist Charlotte’s Law, daarom alleen een typisch juristenantwoord geven: dat hangt ervan af. In een reeks artikelen legt zij uit waar het dan van afhangt én hoe je ervoor kunt zorgen dat het, voor zowel atelier als kunstenaar, niet meer zo onzeker is.

Materiaal van de dagbesteding, creativiteit van de deelnemer

Voor deelname aan dagbestedingsateliers wordt een vergoeding betaald. Maar die vergoeding is vaak niet ge­noeg om daar alles mee te bekostigen. Er wordt immers geen of nauwelijks rekening gehouden met materiaal­kosten en overige kosten die komen kijken bij een gespecialiseerde dag­besteding zoals een atelier. Dat moet dus uit andere potjes of inkomsten­stromen komen. Als een deelnemer een kunstwerk maakt, met materiaal dat betaald is door de dagbesteding, dus niet uit de vergoeding die door de deelnemer wordt betaald, van wie is het kunstwerk dan?

Het lastige is dat we hier te maken hebben met meerdere rechtsgebieden:
- Het eigendomsrecht op het materiaal
- Het auteursrecht (intellectueel eigendomsrecht) op de creativiteit

Hierdoor kan de situatie ontstaan dat de dagbestedingsorganisatie eigenaar blijft van het materiaal, maar niets kan met de vervaardigde kunst, omdat het auteursrecht op het kunstwerk bij de deelnemer ligt die het gemaakt heeft. Andersom zou de maker van het kunstwerk eigenlijk niets met het kunstwerk kunnen of mogen doen, omdat hij of zij niet de eigenaar is van het materiaal.

(On)afhankelijk van de wet

Het doel is om niet afhankelijk te zijn van de wet. Dat kan door er af­spraken over te maken. Die moeten wel duidelijk zijn. Anders krijgen we van die vage juridische ‘oplossingen’, als het moeten bepalen wat de ‘be­doeling van partijen’ is geweest. Als de afspraken duidelijk genoeg op papier staan, is dat niet nodig. Maar zijn er verkeerde termen gebruikt of bestaan er tegenstrijdige bepalingen, dan is er een probleem. Zorgvuldig­heid is uiterst belangrijk!

Is het van belang dat de dagbeste­dingsorganisatie de volledige beschik­king krijgt over de werken, dan is een overdracht van auteursrecht het beste en makkelijkste. Dat moet altijd met een zogenaamde onderhandse akte. Dat is niets meer of minder dan een document waarop staat wat er van wie aan wie wordt overgedragen, met een datum en handtekening van beide partijen erbij. In het geval van deze ‘special artists’ moet vaak de wette­lijk vertegenwoordiger mee tekenen.

Gebruik geen toekomende tijd

Een overdracht kan ook ‘bij voor­baat’. Op die manier vallen ook alle nog te maken werken onder de overdracht. Belangrijk is vooral om in het contract op te nemen dat het auteursrecht op de werken ‘bij dezen’ is overgedragen. Gebruik vooral geen toekomstige tijd. Dan is er immers nog geen overdracht geweest en zou het nog plaats moeten vinden. Maar wanneer dan? Zolang de overdracht van auteursrecht er nog niet geweest is, is het slechts een belofte. Dat betekent ook dat de dagbestedings­organisatie nog niet over alle rechten van de auteursrechten beschikt.

Let op dat er altijd maar één docu­ment moet zijn waarin de overdracht geregeld wordt. Aanvullende rege­lingen zijn natuurlijk wel mogelijk. Bijvoorbeeld afspraken over de zoge­naamde persoonlijkheidsrechten, zo­als naamsvermelding of een eventuele verdeling van de opbrengsten. Die staan echter los van de overdracht zelf.

 

Charlotte Meindersma, jurist Charlotte’s Law

In het volgende deel lees je over waarom het belangrijk is het auteursrecht goed te regelen. 
Lees ook Kunstmagazine pArt met artikelen over kunst, kennis en visies. https://www.specialarts.nl/21713/

852

Wat fijn dat je jouw bijdrage wilt geven! Om dat te doen dien je eerst in te loggen.

Heb je nog geen profiel? Registreer dan eerst om een nieuw profiel aan te maken.